Van Hoof tegen norm voor bijzondere bijstand
Van Hoof tegen norm voor bijzondere bijstand
Bron: Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Staatssecretaris Van Hoof (SZW) voelt niets voor de invoering van een 'minimumnorm' op grond waarvan burgers een beroep kunnen doen op de bijzondere bijstand. Hij schrijft dit op Kamervragen van de SP.
De SP vindt het niet acceptabel dat als gevolg van de verschillende regels per gemeente rechtsongelijkheid ontstaat tussen burgers. Een minimumnorm kan dat voorkomen, denkt de SP. Van Hoof is het daar niet mee eens en beklemtoont in zijn antwoord de beleidsvrijheid van gemeenten. 'De verschillen tussen gemeenten zorgen niet voor rechtsongelijkheid, maar stellen gemeenten in staat om in het lokaal armoedebeleid maatwerk te leveren. Landelijke minimumnormen passen daar niet bij.'
Uit een rapport van het bureau Inzicht BV zou blijken dat geen enkele gemeente een samenhangend beleid heeft dat is gericht op het voorkomen van de armoedeval. De SP wil dat het kabinet hiervoor maatregelen gaat treffen, maar daar voelt Van Hoof weinig voor. Hij wijst erop dat de primaire verantwoordelijkheid voor het beleid dat is gericht op bestrijding van de armoedeval, bij de rijksoverheid ligt. Volgens Van Hoof houden gemeenten overigens wel degelijk rekening met de armoedeval. 'Bijvoorbeeld 98 procent van de onderzochte gemeenten rekent het gehele of gedeeltelijke verlies van de huurtoeslag als gevolg van een inkomensverandering mee bij het vaststellen van de draagkrachtruimte.'
De staatssecretaris reageert ook op het bericht dat gemeenten in 2004 slechts 182 miljoen euro aan bijzondere bijstand hebben uitgegeven in plaats van de beschikbare 402 miljoen. 'Die 402 miljoen is niet geoormerkt. Gemeenten hebben ook andere instrumenten in hun armoedebeleid waarvoor zij financiering zoeken uit het Gemeentefonds. De wijze waarop zij die instrumenten inzetten is hun bevoegdheid.'
