h

Groenige stroom

21 maart 2011

Groenige stroom

Het onderwerp van dit inlegvel heeft niet alleen betrekking op Japan, aan de andere kant van de wereld, maar heeft ook betrekking op de overkant van onze eigen Westerschelde.

Onder de rampzalige gevolgen van de zeebeving voor de oostkust van Japan, volgen we nu het nieuws over de ontwikkelingen in de kerncentrales van Fukushima. Het personeel van deze centrales stelt letterlijk het eigen leven in de waagschaal om een zich uitbreidende nucleaire ramp zo veel mogelijk te beperken, de gevolgen zijn nog lang niet beslist en bekend.

Dit gebeurt terwijl, ook in Nederland, de stemmen voor het bouwen van nieuwe kerncentrales steeds sterker klinken. De argumenten van de voorstanders klinken heel redelijk: een kerncentrale is nu eenmaal betrouwbaar, verbruikt geen minerale energiebronnen, heeft geen rokende schoorstenen en produceert derhalve geen broeikasgas. Tegenstanders wijzen er op dat Uranium niet onbeperkt voorradig en dus niet duurzaam is, en dat er altijd problemen op de loer liggen met de opslag van afval en de rampzalige gevolgen van ongelukken. En dat kerncentrales vaak een tweede, meer sinistere functie hebben: de productie van plutonium voor kernwapens.

Ons is altijd verteld dat kerncentrales zodanig zijn ontworpen dat we ons niet ongerust hoeven te maken. Een kans van 1:100.000 op een ernstig incident wordt als acceptabel genoemd. Lees: u heeft een pot met 100.000 snoepjes, waarvan er één giftig is en 99.999 alleen maar lekker. Durft u een snoepje te pakken? Waarschijnlijk wel.

Helaas liggen de feiten anders. Sinds 1952 zijn wereldwijd ongeveer 250 kerncentrales voor de productie van elektriciteit gebouwd, waarvan nog zo’n 225 in gebruik zijn.
In die 60 jaar hebben zich in die 250 centrales 5 zeer ernstige ongevallen voorgedaan:

1952:
In Majak, Rusland explodeert een opslagtank radioactief materiaal. Honderden mensen komen om het leven, een gebied zo groot als 60% van Nederland wordt besmet.
1957:
In Windscale, Groot-Brittannië, breekt brand uit. Door de koellucht komen grote hoeveelheden radio-nucleïden in de atmosfeer die door de oostenwind overzee wordt gevoerd. De wolk komt grotendeels neer in Ierland, waar nog decennia een meetbare stijging is in het aantal misgeboorten en gehandicapten.
1979:
Op Three Mile Island, VS vallen een voor een de koelsystemen uit door verborgen fouten in het besturingssysteem. Ongeveer 100.000 mensen worden geëvacueerd of slaan op de vlucht, er stroomt radioactief water de oceaan in en een kernsmelting wordt op het nippertje voorkomen.
1986:
In de Lenincentrale van Tsjernobyl, Oekraïne mislukt een test met laag-vermogen-bedrijf. Tijdens pogingen om de eenheid te stabiliseren loopt het proces volledig uit de hand en explodeert het omhulsel van de kernreactor. Een wolk radio-actief stof verspreidt zich over grote delen van Europa en de omgeving wordt voorgoed onleefbaar. Talloze mensen overlijden direct of indirect aan stralingsziekten, de meesten niet in Oekraïne zelf maar in Wit Rusland, waar de wind de wolk naartoe blies.
2011:
De centrales van Fukushima, Japan worden getroffen door een aarbeving en een vloedgolf. De koeling valt weg en 5 van de 8 eenheden komen in de problemen. Door ontleding van koelwater ontstaan explosies die de gebouwen, de installaties en de reactorkernen vernielen. Er komt straling en radioactief stof vrij.

In 60 jaar kwam in één op de vijftig centrales een zodanige hoeveelheid radio-actief materiaal en straling vrij, dat de bevolking moest worden geëvacueerd omdat er groot gevaar was voor de volksgezondheid. Men hoeft geen rekenwonder te zijn om daaruit de conclusie te trekken dat de kans dat u, wanneer u in de omgeving woont van een kernreactor, de kans om in uw leven met iets dergelijks te maken te krijgen ruim 2% is. U heeft een pot met 100.000 snoepjes, waaronder 2.500 zwaar vergif bevatten. Neemt u er een? Ik niet.

Japan is ver weg. Maar op 20 kilometer ten zuiden van Bergen op Zoom staan, u kunt de koeltorens vanaf elk hoog punt zien, de vier kernreactoren van Doel. Op 40 kilometer ten westen van Bergen op Zoom staat de kernreactor van Borsele. Vijf reactoren in totaal, bovenwinds van Bergen. In goede handen, dat geloven we best. En prima onderhouden. Maar het blijven kernreactoren.

De SP en kernenergie

De SP is geen principieel tegenstander van kernenergie. Ondanks alle bezwaren beseffen we heel goed, dat de alternatieven beperkt zijn, schadelijk zijn, kostbaar zijn en gebruik maken van eindige brandstoffen. De energiebronnen biomassa, zonlicht, wind en water zijn nog bij lange na niet zodanig te exploiteren dat de totale elektriciteitsbehoefte ermee kan worden gedekt.

De SP is wel terughoudend, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de VVD. Natuurlijk verwacht niemand een aardbeving met een kracht van 9 op de schaal van Richter en een tsunami in de Westerschelde. Natuurlijk is de techniek en daarmee de veiligheid in 2011 niet meer te vergelijken met de eerste primitieve centrales die in de jaren ’50, ’70 en ‘80 tot rampen hebben geleid. Maar bedenk wel dat Windscale, Three Mile Island, Tsjernobyl en Fukushima voordat het fout ging óók als veilige ontwerpen werden beschouwd.

In Duitsland zijn de zeven oudste kerncentrales voorlopig stilgelegd. Deels uit politiek gewin, deels om de bevolking gerust te stellen, deels om de installaties nog eens grondig onder de loep te nemen. EPZ in Borsele en Electrabel (GDF Suez) in Doel overwegen dat niet.

Als SP in Bergen op Zoom kunnen we niet de wereld veranderen. We kunnen wel in de gemeente aandringen op een adequate voorlichting en voorbereiding. Zo is het onbegrijpelijk dat de Belgische bevolking rond Doel door de provincie Antwerpen netjes wordt voorgelicht over de risico’s van de kerncentrales aldaar, en er voor hen jodiumtabletten beschikbaar zijn, terwijl er aan onze kant van de grens niets is voorbereid. Kennelijk moeten de paaltjes bij Putte en Zandvliet effectief de straling en de fallout tegenhouden.

De helden in Fukushima vechten intussen voor velen. Laten we hopen dat zij het er nog redelijk gezond vanaf brengen en dat ze succes hebben in het beperken van de schade. Laten we lessen leren uit de vijf grote nucleaire rampen in 60 jaar kernenergie. Laten we heel, heel kritisch worden als de VVD weer eens roept “dat kernenergie veilig is, omdat Tsjernobyl alweer 25 jaar achter ons ligt”. Fukushima leert ons, dat grote risico’s zich niets van tijd aantrekken. Grote risico’s zijn er of zijn er niet, basta.

De uitdaging aan de wetenschap is niet, hoe we “veilige” kerncentrales of “schone” kolencentrales kunnen bouwen. Dat gaat nooit helemaal lukken. De uitdaging is hoe we onze energie in voldoende mate rechtsreeks kunnen winnen uit de meest logische bronnen die er zijn: de zon, de aardwarmte, de wind, de getijden. Dat moet mogelijk zijn. Zeker als we onze energiebehoefte kunnen aanpassen. Als de wetenschap zich daar 100% op richt, lukt het binnen een of twee generaties. Onze achterkleinkinderen zullen dan over Tsjernobyl of Fukushima lezen zoals wij lazen over die duizenden mannen die omkwamen bij het winnen van “onvervangbare” steenkolen, diep onder de grond, of bij het aftappen van “onmisbare” rubber, diep in het oerwoud.

Olav ten Broek is Hogere Veiligheidskundige en bestuurslid van de SP Bergen op Zoom.

U bent hier