h

Beleidsplan Wonen en huisvesting Oost-Europese arbeidsmigranten

20 mei 2011

Beleidsplan Wonen en huisvesting Oost-Europese arbeidsmigranten

Voorzitter,

Er is door de ambtenaren, en de wethouder, hard gewerkt aan dit beleidsplan. Waarvoor dank.

In het beleidsplan lezen wij dat de doelgroep voor betaalbare huurwoningen ca. 8000-8500 huishoudens telt en er bij de woningcorporatie een kernvoorraad is van 8446 woningen. Dit is zeer krap. En dit zal nog krapper worden wanneer complete straten gesloopt zullen worden en er geen betaalbare huurwoningen voor terug in de plaats komen.

Ook in dit beleidsplan wil men verder gaan met het verkopen van huurwoningen aan de doelgroep. Een gezin van 4 waarvan beide ouders een minimum inkomen verdienen kunnen een dergelijke huurwoning niet kopen. En met de verkoop van huurwoningen worden de verhuiskansen voor de doelgroep met het jaar minder en minder.

Naast deze verkooppraktijken zijn er ook nog de slooppraktijken. Hele straten gaan tegen de vlakte om plaats te maken voor moderne woningen. Waar eerst betaalbare huurwoningen stonden komen nu duurdere huurwoningen en koopwoningen te staan. Maar waar zijn de bewoners van de betaalbare woningen naar toe gegaan? Naar een volgende straat die op de nominatie staat om gesloopt te worden?

De SP is niet per definitie tegen sloop van sociale huurwoningen. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarin corporaties en gemeenten genoodzaakt zijn om woningen te slopen en te vervangen door nieuwe betaalbare huurwoningen. Sloopplannen moeten wel voldoen aan een vijftal voorwaarden. Als het aan de SP ligt mag een wijk pas worden gesloopt als:
1. 70 procent van de oorspronkelijke bewoners heeft ingestemd met de sloopplannen;
2. De woningcorporatie geen huurders kan vinden voor de te slopen woningen;
3. De wachtlijsten voor een sociale huurwoning door de sloop niet groeien;
4. Er door de sloop van de woningen geen waterbedeffect optreedt;
5. De te slopen woningen aantoonbaar bouwtechnisch van slechte kwaliteit zijn.

Het gebruik van deze slooplat zal leiden tot een enorme daling van het aantal sloopplannen. Dat is prima want er zijn voldoende alternatieven om woningen aan te passen aan de eisen van deze tijd en om het woningaanbod in wijken meer te differentiëren. Voorbeelden hiervan zijn: hoogwaardige renovatie, samenvoegen van woningen, het optoppen van woningen en het geschikt maken van de woningen voor een andere doelgroep.

Ik bied de wethouder graag het rapport ‘Langs de slooplat’ van de SP aan.

Dit gezegd hebbende zou ik graag van de wethouder uitgelegd krijgen wat er precies bedoeld wordt met de volgende passage in het beleidsplan:

“[…]het in principe mogelijk is om een eindvoorraad van ca. 34.000 woningen te realiseren. De gemeente is hiermee in staat om ruimschoots in haar taakstelling als (gedeelde) centrumfunctie te voorzien en zo mogelijk daarnaast exclusieve woonmilieus op regionaal niveau aan te bieden, om hogere inkomensgroepen aan deze regio te binden.”

Tot slot over het beleidsplan wonen heb ik nog een vraag over de woningcorporaties in Nederland die in zwaar weer verkeren. Geldt dit ook voor de fusiecorporatie Stadlander? Heeft zij nog voldoende middelen om nog aan hun kerntaak, sociale huisvesting, en hun afspraken met de gemeente te voldoen?
Ik vervolg met de huisvesting van de arbeidsmigranten.

Terwijl de gemeente Bergen op Zoom geen oplossing ziet tot huisvesting van mensen met een laag of middeninkomen ziet zij wel oplossingen voor huisvesting van gastarbeiders, excuses: Oost-Europese arbeidsmigranten.

Is huisvesting van de arbeidsmigrant een kerntaak van de gemeente? In al die jaren van arbeidsmigratie in Nederland heeft de overheid er maar bitter weinig van geleerd. De koppelbaas haalt de arbeidsmigrant naar Nederland, laat hem of haar voor een grijpstuiver arbeid verrichten en durft daar dan ook nog geld van af te houden voor armetierige huisvesting, een kamertje die men met vele andere arbeidsmigranten moet delen. Zo ging het vroeger en zo gaat het nu. En plotseling komt de gemeente aan zet. Dit kan zo niet langer, vindt zij. Er staan meer dan genoeg vierkante meters kantoor- en winkelruimte leeg (en we hebben plannen om daar nog ca. 30.000 vierkante meter bij te bouwen), daar kunnen wij de Oost-Europese arbeidsmigrant wel tijdelijk voor een paar maanden of jaren in huisvesten. In deze werkpensions, ook wel ‘Polenpension’ genaamd, kunnen zij van een gedeelde slaapkamer en keuken doorschuiven naar een studio of appartement in hetzelfde pand wanneer de arbeidsmigrant langer in Nederland verblijft.

Wie draait er voor de kosten op? Zijn het de koppelbazen/ uitzendbureaux, de ondernemers, woningcorporaties, investeerders of projectontwikkelaars? Of is het de burger die hier voor op mag draaien? Net als dat zij op mogen draaien voor de bouw van ca 3.000 woningen in exclusieve woonmilieus als Schelde Veste en Markiezaten.

Voorzitter,

Het is goed dat er aandacht is voor goede huisvesting van de arbeidsmigranten, nu nog meer aandacht voor goede arbeidsvoorwaarden en daarbij behorend loon, maar de SP acht het niet de taak van de gemeente om daar extra geld in te investeren om winkel- en kantoorruimten ter beschikking te stellen, het geld zal toch echt van de eerder genoemde partijen moeten komen.

Tot zover.

U bent hier