h

WMO zet vrijwilliger op de tocht

18 februari 2006

WMO zet vrijwilliger op de tocht

De nieuwe welzijnswet WMO zorgt voor totale reorganisatie van het welzijnswerk in gemeenten. Het gaat om de voorzieningen voor gehandicapten en de huishoudelijke zorg voor ouderen en zieken die thuis wonen. De vrijwillige hulpverlener dreigt hierdoor onder te sneeuwen, terwijl die juist zulk belangrijk werk doet.

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) getuigt van een nobel streven om zorg dichter bij de burger te brengen en maatwerk te leveren. Het Nederlandse Rode Kruis vraagt zich echter af of dit wel een goede ontwikkeling is. Eenzame ouderen en chronisch zieken en gehandicapten vormen een deels onzichtbare groep, die niet verstoken mag blijven van hulp.

Onderkent de WMO de betekenis van het vrijwilligerswerk voor ouderen, zieken en gehandicapten wel genoeg? Wie het hardst schreeuwt, krijgt in Nederland gemakkelijk de meeste aandacht. De AWBZ gaat op de schop en laat het grotendeels aan gemeenten over om zelf de focus te kiezen van haar bijzondere zorg.

Willekeur
Schenken we aandacht aan verslaafden in de stad?
Of moeten we juist meer doen aan huiselijk geweld?

Het is niet eenvoudig plannen te maken voor zo'n breed veld. Theoretisch kan het voorkomen dat chronisch zieken en gehandicapten beter af zijn in een andere gemeente. Willekeur ligt op de loer. Vooral kleine gemeenten zullen moeite hebben om tot een evenwichtige invulling van de WMO te komen en voldoende aandacht te schenken aan de rol van vrijwilligers.

Uit eerder onderzoek van het Rode Kruis blijkt dat er relatief meer eenzaamheid voorkomt bij chronisch zieken en gehandicapten. Deze werkelijkheid blijft vooral achter de voordeur en is niet zichtbaar voor het oog van de maatschappij.

Hulp voor deze groepen verliest het misschien in de belangenafweging van de meer zichtbare problematiek zoals de zorg voor verslaafden.

Vrijwilligers halen eenzame mensen uit het isolement. Dat kan via huisbezoeken en het verrichten van hand- en spandiensten en ook door vakanties te organiseren.

Vrijwilligers krijgen geen salaris, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat de inzet van vrijwilligers geen kosten met zich brengt. Kosten voor ondersteuning en organisatie van het werk. Het werk dat vrijwilligers doen, is echter onbetaalbaar.

Een weduwnaar die het na de dood van zijn vrouw niet meer ziet zitten, krijgt weer zin in het leven wanneer hij via vrijwilligers in contact komt met lotgenoten. Een jonge gehandicapte kan dank zij de inzet van vrijwilligers op vakantie.

Adempauze
De WMO doet een groot beroep op de burger. Mensen die zorg nodig hebben, moeten eerst zelf een oplossing zoeken voordat ze bij de overheid aankloppen.

Mantelzorgers – meestal familie en buren – en andere vrijwilligers moeten als eerste klaar staan om te helpen.

Georganiseerde vrijwilligers, bijvoorbeeld van het Rode Kruis, zijn er ook om juist deze vaak zwaar belaste mantelzorgers te ontlasten. Mensen die dag in dag uit voor een familielid zorgen, verdienen ook een adempauze. Onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau toont niet voor niets aan dat een deel van de mantelzorgers overbelast is.

Tekort
De vraag is, of alle gemeenten het belang van vrijwilligerswerk inzien. Er is in Nederland een tekort aan vrijwilligers. Niet iedereen heeft tijd om bij te springen in deze snelle maatschappij. Organisaties als het Rode Kruis moeten meer doen om vrijwilligers te werven zodat de hulpverlening nu en in de toekomst wordt gewaarborgd. Vrijwilligers werven, opleiden en faciliteren kost geld. Wil de overheid een groter beroep doen op burgers, dan is investeren in vrijwilligers een vereiste, in iedere gemeente in Nederland.

U bent hier