Bergen op Zoom

De gemeente Bergen op Zoom moet concreet aangeven wat voor ondersteuning inwoners krijgen die een beroep doen op de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Alleen te behalen resultaten benoemen is niet voldoende. Dat zei de rechter in Breda onlangs in een zaak die de 61-jarige Helma Melsen uit Bergen op Zoom had aangespannen tegen de gemeente.

De gemeente had besloten dat Melsen ondersteuning zou krijgen die tot resultaat moest hebben dat zij kon 'wonen in een schoon huis' en kon 'beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding'.

Twee uur

Thuiszorgorganisatie TSN besliste vervolgens dat daarvoor twee uur hulp per week voldoende was. Melsen vond echter dat haar medische toestand vereiste dat ze vijf uur per week nodig had. De rechter oordeelde dat de genoemde resultaten te vaag zijn en dat de gemeente moet aangeven wat er moet gebeuren, hoe vaak en hoeveel tijd daarvoor nodig is.

Daarnaast zette de rechter vraagtekens bij het feit dat niet de gemeente, maar thuiszorgorganisatie TSN bepaalde hoeveel hulp de vrouw kreeg aan de hand van gesprekken die TSN met haar voerde. De gemeente had daardoor geen invloed op de ondersteuning die aan de Bergse werd toegekend. De rechter vond dat deze gang van zaken 'wringt' omdat TSN er financieel belang bij heeft zo min mogelijk uren zorg te verlenen.

Onderzoek

De rechter kende aan Melsen voorlopig de door haar gevraagde zorg toe en droeg de gemeente op het onderzoek naar de hulpbehoefte opnieuw uit te voeren.

Een woordvoerder van de gemeente Bergen op Zoom liet gisteren weten dat de gemeente de uitspraak bestudeert, maar dat zij grotendeels voldoet aan de momenteel geldende eisen van de Wmo. Alleen de omschrijving van het resultaat 'schoon en leefbaar' moet uitgebreider worden omschreven in de beleidsregels. "Dit zal in september worden gedaan", aldus de reactie van de gemeente.